Toelichting adventskrans:
Zondag 4 december
Bij de krans staan korenaren. Ruth kwam rond de graanoogst in Bethlehem aan. De dennennaalden zijn stekelig en doen pijn. Dit is het verdriet en de pijn van Naomi en Ruth, die hun man en zoons verloren.

Zondag 27 november
Bij de krans zien we paarse planten. Paars is ook de kleur van rouw, want Batseba rouwt om haar man Uria. Het goud van de doek is een koninklijke kleur. Koning David neemt Batseba tot vrouw.
De adventskrans symboliseert de aarde, heel de wereld. Het groene sparrengroen en mos staat voor hoop en verwachting. De vier kaarsen geven de vier weken van voorbereiding aan als we uitzien naar de komst van Jezus Christus. Paars is de kleur van inkeer en bezinning voorafgaand aan het feest.
Zondag 11 december
Op de adventskrans zien we rode bessen. Rood als kleur van liefde en bloed. Rachab hielp de mannen uit liefde en werd daarom gered. Ze liet een rood koord uit het raam hangen. Deze zondag een roze kleed en roze kaars: het licht van het Kerstfeest komt al door het paars heen.
Zondag 18 december
Bij de krans gedroogde halmen van riet. De uiteinden zijn pluizig als een sluier, die Tamar droeg. De zachte blaadjes verwijzen naar de pijn van Tamar die verzacht wordt, doordat zij zwanger wordt.
Zondag 25 december
Stralend licht bij de geboorte van het kindje Jezus. Bij de krans met witte kaarsen komen lichtjes tussen bessen en groen om het feestelijke van kerst te onderstrepen.